Wanneer je het oneens bent met een verkeersboete, moet je eerst in beroep gaan bij de officier van justitie. De officier van justitie neemt vervolgens een beslissing. Ben je het met zijn beslissing niet eens, dan kun je daartegen in beroep bij de kantonrechter. Hoe het beroep bij de kantonrechter in zijn werk gaat, behandel ik in dit artikel.
De formaliteiten
Je stelt beroep in tegen de beslissing van de officier van justitie door een brief te sturen naar de officier van justitie. In die brief geef je aan waarom je het niet eens bent met de beslissing van de officier van justitie. De officier van justitie stuurt je een ontvangstbevestiging en stuurt je brief samen met het dossier door naar de rechtbank. De zaak wordt behandelt door de rechtbank van de plaats waar de verweten overtreding is begaan.
Het beroep bij de kantonrechter tegen de beslissing van de officier van justitie kost je geen geld. Wel moet je alvast (een deel) van de boete betalen. Dit wordt ‘zekerheid stellen’ genoemd. Je moet ten hoogste € 234,00 betalen, is de boete lager dan betaal je het bedrag van de boete. In de ontvangstbevestiging van je beroep wijst de officier van justitie je op de verplichting om zekerheid te stellen. Wanneer de rechter vaststelt dat de boete onterecht is, krijg je het aan zekerheid gestelde bedrag terug. Voldoe je de zekerheidstelling niet binnen twee weken nadat de officier van justitie je daarop heeft gewezen, dan verklaart de kantonrechter je beroep niet-ontvankelijk. Dat betekent dat hij niet inhoudelijk naar de zaak kijkt. De kantonrechter kan de zaak wel in behandeling nemen, als je aannemelijk maakt dat je niet in staat bent om zekerheid te stellen. Geef het dus in je beroepschrift aan als je niet voldoende geld hebt om zekerheid te stellen.
Voor het beroep bij de kantonrechter is het ook belangrijk om het beroepschrift tijdig in te dienen. De beroepstermijn is zes weken na de beslissing van de officier van justitie. Dien je het beroep te laat in, dan zal de kantonrechter (behoudens uitzonderingen) je zaak niet-ontvankelijk verklaren.
En dan?
Na enige tijd ontvang je een uitnodiging voor de zitting van de kantonrechter. Je hoeft daar niet heen te gaan, maar dat mag wel. Je krijgt daar de gelegenheid om toe te lichten waarom je het niet met de beslissing van de officier van justitie eens bent. Op de zitting is ook een vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. Hij of zij voert het woord namens de officier van justitie. Je mag getuigen of deskundigen meebrengen naar de zitting.
In de meeste gevallen duren deze zittingen 10 tot 15 minuten. Eerst mag je toelichten waarom je het niet eens bent met de beslissing van de officier van justitie en de boete en vervolgens mag de vertegenwoordiger van de officier van justitie reageren op je verhaal. Daarna mag je reageren op de door de vertegenwoordiger van de officier van justitie gegeven reactie. Vervolgens mag hij of zij daar ook weer op reageren. Daarna sluit de kantonrechter de zitting. Hij kan direct uitspraak doen, maar kan ook uiterlijk veertien dagen na de zitting uitspraak doen. Een afschrift van de uitspraak wordt aan je opgestuurd. De uitspraak van de kantonrechter is in de meeste gevallen een eindbeslissing. Het komt echter ook voor dat de kantonrechter een tussenbeslissing neemt. Hij kan jou of de officier van justitie dan bijvoorbeeld opdragen om aanvullende (bewijs)stukken aan te leveren.
Heb je aan alle formaliteiten voldaan, dan kan de kantonrechter het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Verklaart hij het beroep ongegrond, dan betekent dat hij de beslissing van de officier van justitie in stand laat. Verklaart hij het beroep gegrond, dan vernietigt of wijzigt hij de beslissing van de officier van justitie.
Zoals je kunt lezen komt er aardig wat kijken bij het aanvechten van een boete bij de kantonrechter. Heb je geen zin om al die moeite te doen? Wij staan voor je klaar! We vechten de verkeersboete gratis voor je aan. Dien direct jouw boete in.