De verkeersboete wordt aan de bestuurder van een voertuig opgelegd. Kan er bij het vaststellen van de gedraging niet worden vastgesteld wie het voertuig bestuurt, dan kan de verkeersboete worden opgelegd aan de kentekenhouder.
Gestolen voertuig
In het geval je voertuig is gestolen kunnen er aan jou als kentekenhouder boetes worden opgelegd. Deze boetes moeten door de officier van justitie worden vernietigd wanneer je aannemelijk maakt dat het voertuig tegen je wil is gebruikt en je dat gebruik redelijkerwijs niet hebt kunnen voorkomen. Je moet daarom tijdig beroep instellen tegen de verkeersboetes. Stuur met het beroepschrift bewijsstukken mee waaruit blijkt dat je voertuig gestolen is, bijvoorbeeld een kopie van de aangifte.
Mogelijkheid staandehouding
Wanneer er tijdens het constateren van de gedraging een reële mogelijkheid is om de bestuurder staande te houden, mag de verkeersboete niet worden opgelegd aan de kentekenhouder. Dat betekent dat wanneer de identiteit van de bestuurder kan worden vastgesteld op het moment dat de gedraging wordt geconstateerd, de kentekenhouder buiten schot dient te blijven. Dat klinkt misschien wat abstract, dus ik zal dat met een voorbeeld proberen duidelijk te maken.
‘Ik leen even je auto mama’
Een dochter leent de auto van haar moeder. De auto parkeert ze op een plek waar dat niet is toegestaan. Als ze naar de auto loopt, ziet zij er een handhaver naast staan. Hij is foto’s aan het maken van de auto. Ze vraagt hem of er een probleem is en maakt kenbaar dat ze de bestuurder van de auto is. Vervolgens raakt ze verwikkeld in een discussie met de handhaver. Hij legt na de discussie een boete op aan de kentekenhouder van het voertuig (in dit geval de moeder van het meisje), maar dat mag niet. Omdat hij de identiteit van de bestuurder kon vaststellen had hij de parkeerboete aan haar moeten opleggen. De boete is ten onrechte aan de kentekenhouder opgelegd en moet daarom worden vernietigd.
Wat als de kentekenhouder zelf de auto bestuurt?
Ook in het geval de kentekenhouder het voertuig bestuurt, kan de verkeersboete alleen aan hem als kentekenhouder worden opgelegd als er geen reële mogelijkheid was om hem staande te houden en zo zijn identiteit vast te stellen. Wanneer er dus een reële mogelijkheid was om te worden staande gehouden of er zelfs een gesprek is geweest met de verbalisant, moet de boete aan jou worden opgelegd als bestuurder en niet als kentekenhouder.
Heb je hulp nodig met het aanvechten van een verkeersboete? Wij helpen je gratis verder. Dien direct je boete in.